Nu de zomervakantie in volle gang is, krijgen veel mensen weer te maken met een vreemd land en de daarmee gepaard gaande ‘vreemde taal’. Engels lukt meestal nog wel, maar Frans, Spaans of Italiaans is vaak wat moeilijker. We hebben dan ook allemaal vast wel eens iets geks meegemaakt met een vreemde taal. Zo ook ik.
Na 25 jaar vakantie vieren in Frankrijk is mijn Frans nu goed, maar dat was niet altijd het geval. Zo ging ik als klein meisje vaak met mijn vader mee naar de ‘Boulanger’. Iedere ochtend liepen we om een ‘flûte’, een klein smal stokbroodje. Na een tijdje vond pa dat ik ook best alleen zou kunnen. Dus wachtte hij buiten. Nu spreekt mijn pa vloeiend Frans en hij heeft geen accent, dus de woordjes die ik kon zei ik ook in perfect Frans. Ik vroeg dus aan de dame om: “une flûte, s’il vous plait”. Phew, die zin was eruit, dat komt vast goed, dacht ik. Totdat de vrouw een hele waterval aan woorden over me uitstortte en ik er niets meer van begreep. “Help! Papa!”
Mijn oom had ook een probleem met brood, maar dan in Luxemburg. Aan het knappe meisje achter de balie vroeg hij niet “Heeft u voor mij een klein stokbroodje?” Maar: “Wilt u misschien mijn kleine stokbroodje hebben?” Het meisje kleurde dieprood. Tot vandaag de dag weet ik nog steeds niet of hij het expres verkeerd zei.
Dan was er de niet-zo-goed-Engels-begrijpende collega van me. Hij was op vakantie in Salou, met de daar in grote getale aanwezige dronken Engelse meisjes, die soms maar weinig remmingen kennen als ze op vakantie zijn. Zo ook het exemplaar dat op mijn collega afliep. “Would you like to shag me?” vroeg ze aan hem. Jullie begrijpen vast wat ze bedoelde, maar hij niet. Hij antwoordde doodleuk “No, sorry, I don’t smoke”. Hij dacht dat ze om een shaggie vroeg…
Andersom is het voor buitenlanders ook niet makkelijk. We hadden kennissen op de camping waar we al jarenlang kwamen. Die hadden twee zonen die graag met mij in het Nederlands wilden converseren en daarvoor van mijn pa een woordenboek Frans-Nederlands kregen. Op een middag zaten we gezellig buiten en begonnen ze over wat ik verstond als ‘Zoen’. Nu was dat geen slecht iets, ware het niet dat ze het er allebei over hadden. Nu staan die Fransen wel bekend als ruimdenkend op dat gebied, maar zoenen met allebei de broers ging mij te ver. Terwijl ik zat te bedenken hoe dit nu weer in het Frans duidelijk te maken, wees er 1 naar boven, naar de zon. Dat bedoelden ze dus. De zon, maar ze spraken het uit als zoen. Phew, weer een crisis opgelost.
En als afsluiter, een fout van een paar Nederlanders die dachten: In Frankrijk, daar zijn alle donkerharige meisjes Frans. Achter mij in de rij bij weer diezelfde ‘Boulanger’ 15 jaar later. Er volgde een heel gesprek achter me, over hoe ik eruit zag. Ze hadden duidelijk niet in de gaten dat ik Nederlands was. Ik zei niets. Toen ik mijn flûte had afgerekend draaide ik me om, gaf ze een knipoog en zei: “bedankt voor de complimenten mannen!” Het was maar goed dat we niet bij de groenteboer stonden, want mensen zouden ze in de war halen met een paar overrijpe tomaten, zo rood waren ze. Zo zie je maar, je weet maar nooit of mensen je misschien toch wel verstaan.
Zo hebben we vast allemaal wel grappige verhalen die te maken hebben met taal op vakantie. Heb jij ook zoiets meegemaakt?
Ook hilarisch: fouten op buitenlandse menukaarten, of Nederlandse menukaarten die verkeerd zijn vertaald. Lees de blog. ‘Een zanderige hap‘